NAM-studie over de voorspelling van de bodemdaling Waddenzee nu wel bruikbaar
De bodemdaling bij de gaswinning in de Waddenzee is soms moeilijk te voorspellen. Daarom moest NAM een studie doen naar een methode die dusdanig tijdig kan voorspellen hoeveel de bodem daalt, dat kan worden ingegrepen als dat nodig is. Dat ingrijpen heet het ‘hand aan de kraan’-principe. De methode die de NAM in maart 2017 bij SodM heeft ingediend voldeed hier niet aan. Daarom heeft SodM een ultimatum gesteld – middels een last onder dwangsom - waarbij NAM uiterlijk 31 oktober 2017 een methode moest indienen die wel bruikbaar is. Dat heeft NAM gedaan en SodM vindt deze methode bruikbaar. Daarmee is voldaan aan de last onder dwangsom. SodM zal de minister van Economische Zaken en Klimaat binnenkort adviseren over de vraag of de bodemdaling door de gaswinning binnen de eisen valt van de winningsplannen met betrekking tot de Waddenzee, waarmee de minister onder voorwaarden heeft ingestemd.