Beoordeling SodM halfjaarrapportage seismiciteit Groningen, overschrijding grenswaarde aardbevingsdichtheid en beving Garrelsweer

Met deze brief informeert het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) over de recente aardbevingsactiviteit in het Groningen-gasveld en over haar beoordeling van de hierover door de NAM ingediende rapportages. 

SodM is van mening dat de rapportages een volledig overzicht en goede analyses geven van de waargenomen bevingen. Op basis van de analyses van de NAM concludeert SodM dat de hoge lokale bevingsactiviteit wordt veroorzaakt door de drukvereffening in het gasveld. SodM concludeert dat er nog geen sprake is van een statistisch significante afwijking van de gegevens die zijn verstrekt ter onderbouwing van de Operationele Strategie 2021. Wel dat de seismische activiteit zich de afgelopen jaren rond de bovengrens van de verwachte bandbreedte bevindt. SodM vindt dit reden tot zorg en acht het noodzakelijk dat hier nader onderzoek naar wordt verricht. 

Zo goed mogelijke verwachting over de seismische activiteit

SodM heeft de afgelopen twee jaar in haar adviezen voor de operationele strategie  reeds vastgesteld dat de waargenomen seismische activiteit wordt veroorzaakt  door de drukvereffening in het gasveld. Dit proces kan nog enkele tientallen jaren duren en er zijn, naast de reeds ingezette vermindering van de gasproductie, geen maatregelen mogelijk om dit te beperken of te voorkomen. Desalniettemin is het van groot belang om de ontwikkeling van de seismische  activiteit te blijven meten aan de hand van de grenswaarden voor de trend- en  incidentparameters zoals vastgelegd in de Mijnbouwregeling, en nader te duiden.  Het blijft dan ook onverminderd van belang om te onderzoeken of de modellen  waarmee de risicoberekeningen in de operationele strategie worden onderbouwd,  nog in lijn zijn met de waarnemingen. Dit is de enige manier om de burgers van Groningen een zo goed mogelijke verwachting te blijven geven over de seismische  activiteit in de toekomst. 

Eenduidigheid in gerapporteerde aantallen bevingen en waarden

Tenslotte constateert SodM verschillen tussen de, door de verschillende instituten gerapporteerde, aantallen bevingen en waarden voor de trend- en incidentparameters. Dit roept vragen op en zorgt voor onrust onder een aantal Groningers. Daarom adviseert SodM EZK om in de Mijnbouwregeling de nauwkeurigheid van de magnitude van de bevingen, het gebied waarbinnen bevingen tot het Groningen-gasveld worden gerekend en de definitie van de berekeningswijze van de trend- en incidentparameters eenduidig en exact vast te leggen.