SodM heeft een twintigtal extra voorwaarden geadviseerd in haar adviezen aan EZK over de plannen voor waterinjectie in Schoonebeek. De voornaamste zijn:
- Begrenzingen aan de druk waarmee het water mag worden geïnjecteerd en in het gasveld mag worden opgeslagen.
- Het plaatsen van extra seismometers in het netwerk van KNMI om aardbevingen vanaf een magnitude 0,5 te kunnen monitoren;
- Het opstellen van een specifiek seismisch risicobeheersplan voor het Schoonebeek-gasveld. SodM wil dat de NAM de bevingen vanaf 0,5 monitort om de trend in de gaten te houden, bij twee bevingen in een jaar tussen de 1,5-2,0 (of 1 beving tussen de 2,0-3,0) moet de NAM de beving(en) analyseren en maatregelen voorstellen aan SodM. Tot slot wil SodM dat de NAM het gasveld bij een beving van 3,0 of hoger voorgoed sluit.
- Het monitoren van de gevolgen van de bodemdaling en afspraken maken met de omgeving hierover (waterschap, provincie en gemeente).