Beoordeling rapportages NAM over seismiciteit en inzet Groningen-gasveld (gasjaar 2021-2022)

Met deze brief informeert het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) de staatssecretaris Mijnbouw van Economische Zaken en Klimaat (EZK) over de rapportages die de NAM en GTS hebben ingeleverd.

Deze rapportages zijn:

Jaarrapportage inzet middelen en methoden

Op basis van de door GTS gerapporteerde cijfers heeft SodM geconstateerd dat er een verschil zit tussen de marktvraag naar Groningen-gas en het aanbod dat door de inzet van de verschillende middelen op de markt is gebracht. Uit navraag bij GTS is gebleken dat niet alle volumina op basis van dezelfde calorische waarde waren bepaald. Na correctie resteert echter nog steeds een verschil van bijna 0,5 miljard Nm3 tussen de marktvraag en het totale aanbod. Gegeven de maatschappelijke gevoeligheid rond de productie uit het Groningen-gasveld heeft SodM de staatssecretaris geadviseerd om GTS te vragen dit in detail uit te zoeken, en inzichtelijk met voldoende precisie te rapporteren.

Jaarrapportage inzet Groningen-gasveld en Norg

SodM heeft de maximaal toegestane hoeveelheid gasproductie gecontroleerd en of de NAM de (voor de veiligheid voorgeschreven) opstartvolgorde voor de productieclusters heeft gehanteerd. SodM constateert dat de NAM in de winterperiode van 1 oktober 2021 tot 1 april 2022 meer gas gewonnen heeft uit het Groningen-gasveld dan strikt noodzakelijk voor de minimumflow, maar dat het vastgestelde volume van 2,25 miljard nm3 (uit vaststellingsbesluit 23 september 2022) niet is overschreden. Over het gehele gasjaar heeft NAM conform de wijzigingsbesluiten van 1 april 2022 en 12 juli 2022, 4,5 miljard Nm3 gewonnen. 

De NAM heeft in september relatief veel uit de centraal-oostelijke clusters geproduceerd. Dit is een afwijking van de voorgeschreven opstartvolgorde. De NAM heeft aangegeven dat dit door onderhoudswerkzaamheden komt. SodM zal er in de toekomst op toezien dat ook bij een mogelijke verhoging van de productie uit het Groningen-gasveld de opstartvolgorde wordt aangehouden en dat NAM daar in de planning van onderhoud reeds rekening mee houdt.

Gasproductie zorgt normaal gesproken voor drukverlaging op die plek in het gasreservoir. Op de locatie van de centraal-oostelijke clusters stijgt de druk in het gasveld . Dit komt door de drukvereffening die plaatsvindt in het Groningen-gasveld. De relatief hoge productie uit deze clusters in september heeft geen waarneembare invloed gehad op dit proces. SodM ziet dan ook geen relatie tussen productie uit deze clusters en de bevingen bij Uithuizen, noch de beving van 3,1 bij Wirdum van 8 oktober jl.

Halfjaarlijkse rapportage seismiciteit

Het afgelopen gasjaar zijn in totaal 12 bevingen met een sterkte van 1,5 of groter waargenomen. Dit is hoger dan verwacht op basis van het seismologisch model en ook hoger dan de 90% onzekerheidsbandbreedte. De bevingen vinden met name plaats in het Loppersum-gebied. De druk in het gebied daalt ondanks dat er op die plek geen productie meer plaatsvindt. Deze drukdaling is het gevolg van drukvereffening in het gasveld.

Onderzoeksplan

Omdat de seismiciteit zich de afgelopen jaren rond de bovengrens van de verwachte bandbreedte van de modelvoorspellingen bevindt, heeft SodM de NAM verzocht hier nader onderzoek naar te verrichten. Dit onderzoek is in augustus 2022 van start gegaan. Op 1 november 2022 heeft de NAM de finale versie van het onderzoeksplan ingeleverd bij SodM. De resultaten worden in de zomer van 2023 verwacht en zullen dan door SodM worden beoordeeld.