Meer controle op injectieputten in Twente

Injectieputten die worden gebruikt voor waterinjectie in Twente worden nauwkeuriger en vaker door NAM gecontroleerd. Dat is het gevolg van afspraken die SodM onlangs heeft gemaakt met NAM naar aanleiding van onderzoek naar de veiligheid van twee injectieputten.

Het onderzoek stelde vast dat één injectieput niet voldeed aan de gewenste normen. Het injecteren in deze put (Tubbergen 7) is in 2013 stopgezet. Bij een andere put (Tubbergen 10) heeft SodM onlangs nader onderzoek gevraagd van NAM. SodM ziet er op toe dat er op korte termijn duidelijkheid komt.

NAM begon in 2011 met het injecteren van productiewater uit Schoonebeek in een leeg gasreservoir in Twente. Volgens de daarvoor verleende vergunning moest de NAM drie jaar na aanvang een eerste evaluatie doen van de waterinjectie-activiteiten en de effecten daarvan op de boven de reservoirs gelegen afsluitende lagen. De resultaten daarvan staan in de evaluatie  “Technical evaluation of Twente waterinjection wells ROW3, ROW4, ROW7, ROW9, TUB7 en TUB10 3 years after start of injection.”

De belangrijkste bevinding van de zesjaarlijkse evaluatie (PDF, 3.0 MB)is dat de druk waarmee wordt geïnjecteerd in overeenstemming is met de vereisten uit de vergunning. Dit betekent dat de kans op breukvorming in de afdekkende lagen van de reservoirs waarin het productiewater wordt gebracht, minimaal is geweest.

De NAM heeft  op verzoek van SodM extra onderzoeken gedaan naar de mogelijke gevolgen van deze waterinjecties op lange termijn. Het gaat om de volgende publicaties:

  1. Geology description of Twente gas fields: Tubbergen, Tubbergen-Mander en Rossum-Weerselo”. (PDF, 3.3 MB)
  2. “Halite dissolution modelling of water injection into Carbonate gas reservoirs with a Halite seal”. (PDF, 1.6 MB)
  3. “Subsidence caused by Halite dissolution due to water injection into depleted Carbonate gas reservoirs encased in Halite”. (PDF, 1.7 MB)
  4. “Threat assessment for induced seismicity in the Twente water disposal fields (PDF, 931 KB)”.
  5. “Protocol seismische activiteit door waterinjectie”.

De eerste 3 publicaties van NAM bevatten resultaten van fundamenteel onderzoek naar de mogelijkheid van onbedoelde cavernevorming doorinjectie van productiewater. Cavernes zijn holruimtes in zoutlagen die de afsluitende werking van de bovenliggende lagen zouden kunnen aantasten.

Een van de publicaties (nummer 3) gaat over de vraag wat de mogelijke gevolgen voor de bovengrond zouden kunnen zijn, in het meest ongunstige geval. Volgens deze NAM-studie zou geleidelijke oplossing in theorie over 8.000 tot 75.000 jaar tot een komvormige bodemdaling met een diepte van circa 12 tot 14 centimeter en een diameter van circa 5 kilometer kunnen leiden, zonder dat dit aardbevingen tot gevolg heeft. SodM heeft onafhankelijke deskundigen op dit betreffende vakgebied gevraagd deze onderzoeken tegen het licht te houden.

Uit de 4de publicatie van NAM blijkt dat aardbevingen niet verwacht worden. Desondanks verbetert KNMI het netwerk in Twente om ook niet voelbare aardbevingen goed te kunnen vaststellen. De 5de publicatie betreft een protocol waarom SodM heeft verzocht. Het protocol bevat maatregelen die NAM gaat treffen als er zich toch een beving voordoet. 
De NAM is verplicht jaarlijkse rapportages op te stellen en aan SodM toe te zenden over de samenstelling van het geïnjecteerde restproductiewater. De jaarrapportage voldeed aan de eisen die daaraan zijn gesteld. Voor meer informatie zie jaarrapportage 2014. Zie voor de jaarlijkse rapportages onderstaande links: