Advies SodM uitgangspunten operationele strategieën Groningen voor het gasjaar 2020-2021

Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) geadviseerd over de uitgangspunten van de operationele strategie 2020/2021 voor het Groningen-gasveld. Dit doet SodM om ervoor te zorgen dat aardbevingsrisico zo klein mogelijk is. Dan is het van belang dat de inschatting van dit risico wetenschappelijk gezien op de best beschikbare modellen is gebaseerd.

Beoordeling SodM van actualisatie (deel)modellen door de NAM

Voor Groningen heeft de NAM een Hazard & Risk berekeningsmethodiek ontwikkeld (HRA): een serie van acht opeenvolgende modellen. De NAM verbetert deze modellen continu onder toezicht van SodM. Dit keer heeft de NAM 6 van deze 8 modellen in meer of mindere mate geactualiseerd. SodM oordeelt dat deze wijzigingen een verbetering zijn, en adviseert daarom deze (deel)modellen te gebruiken voor het berekenen van het actuele seismisch risico in Groningen.

Twee operationele strategieën

SodM heeft EZK ook geadviseerd om de NAM met behulp van de geactualiseerde HRA het seismisch risico te laten bereken voor twee operationele strategieën:

  1. Een strategie op basis van de huidige opstartvolgorde van de clusters.
  2. Een strategie op basis van welke clusters nodig zijn om alleen het volgens GTS benodigde volume te leveren en welke clusters kunnen worden ingesloten zonder dat de productie uit de resterende clusters het risico op aardbevingen verhoogt. Daarbij adviseert SodM om de NAM ook een vooruitblik te laten geven van de clusterinzet voor de afbouw van de gaswinning in Groningen naar nul.

Voorspelling van de bodemdaling

Tot slot adviseert SodM om de NAM een analyse van de verwachte bodemdaling (inclusief een analyse van alle onzekerheden) te laten maken. Deze voorspelling is noodzakelijk om een goed inzicht te krijgen in het effect van de afbouw van de gasproductie op de korte en de lange termijn op de bodemdaling in Groningen.

Deze adviezen heeft EZK op 21 februari 2020 naar de Tweede Kamer gestuurd.