De NAM is bezig met het opruimen van de voormalige gasputten van het Groningen-gasveld. Deze putten moeten veilig en duurzaam worden afgesloten, en het risico op eventuele lekkages moet beheersbaar zijn. De NAM heeft een nieuwe manier voorgesteld om deze putten af te sluiten. Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft strikte criteria opgesteld waaraan de NAM moet voldoen als zij deze afsluitmethode wil toepassen.
Voorgestelde methode
Tot nu toe werd een gasput afgesloten door de binnenbuis (‘tubing’) geheel uit de gasput te verwijderen. Bij de voorgestelde methode gebeurt dat niet: er wordt ter hoogte van het gasveld een speciale plug geplaatst dóór de bestaande buizen van de gasput heen — dus zonder de binnenbuis eruit te halen. Vandaar de naam: ‘Through Tubing Abandonment’. Hier bovenop wordt een extra lange cementplug geplaatst van enkele honderden meters. Het bovenste deel van de binnenbuis (zo’n 60 meter) wordt wel verwijderd. Daar bovenop volgt nog een plug en een cementlaag, net als bij de standaardmethode. De voorgestelde methode is al vaker toegepast in het buitenland. Groot voordeel is dat de methode sneller is en minder overlast voor omwonenden oplevert.. SodM onderzoekt of de voorgestelde methode voor het milieu ook op lange termijn beter is dan de traditionele methode.
Herstel-test
Voordat de NAM de voorgestelde methode mag toepassen, moet het bedrijf een test uitvoeren waarmee ze laten zien dat ze de afsluiting kunnen herstellen als deze zou gaan lekken. Bij herstelwerkzaamheden aan de put kan cement, gruis of rommel vastzitten, en het is niet zeker of dat zonder problemen kan worden weggehaald. Ook al is de kans op lekkage klein, het moet bewezen zijn dat een lekkage kan worden verholpen en de plug later goed kan worden verwijderd of hersteld.
Technische criteria
De NAM mag deze methode alleen toepassen bij putten in het Groningen-gasveld die voldoen aan strenge criteria, waaronder de volgende:
- De gehele lengte van de put waar de cementplug wordt geplaatst mag niet schever zijn dan 10 graden. Dit is belangrijk want als een put te scheef is, dan vloeit het cement niet goed rondom de binnenbuis, waardoor er een kans bestaat dat de cement niet gelijk verdeeld wordt in de put. De binnenbuis dient volledig ingekapseld te worden met cement om een effectieve en duurzame afsluiting te vormen.
- In de diepe ondergrond komen van nature radio-actieve stoffen voor (NORM). Deze kunnen de binnenkant van de binnenbuis hebben vervuild tijdens de gaswinning. Als er NORM in een put zit, dan moet je extra voorzichtig zijn. SodM stelt daarom het volgende verplicht:
- Verwijder de binnenbuis ter hoogte van de waterlagen, zodat eventuele radioactieve resten niet bij het grondwater kunnen komen.
- Plaats een dikke cementplug van minstens 50 meter lang direct onder de waterlagen. Het cement moet de hele breedte van de put opvullen, zodat er niets kan lekken. Uit onderzoek blijkt dat 20 meter cement al genoeg is om straling tegen te houden. SodM kiest voor 50 meter, om extra zeker te zijn dat het grondwater goed beschermd is
Eisen aan monitoring
De NAM dient zich te houden aan de aanbevelingen van SodM rondom de nazorg van voormalige gasputten in Nederland. Daarin staat dat:
- Putten tot drie maanden na sluiting gemonitord moeten worden op eventuele methaanlekkages.
- Afgesloten putten een risicocategorie krijgen, zodat iedereen weet hoe veilig de put is.
Als de grond waaronder de put zich bevindt opnieuw gebruikt gaat worden, heeft de NAM toegezegd om uiterlijk drie maanden van tevoren te meten of de put lekdicht is.