Oorzaak bevingen uit 2013 en 2015 in Noord-Holland ook na studies nog onbekend

SodM heeft studies laten uitvoeren door TNO-AGE naar de mogelijke oorzaken van bevingen bij Anna Paulowna in 2015 en nabij Castricum in 2013.

Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft TNO-AGE onderzoek laten doen naar de oorzaak van twee bevingen bij Anna Paulowna in 2015 en van zes bevingen voor de kust bij Castricum in 2013. De oorzaak van deze bevingen in Noord Holland was tot nu toe onduidelijk. De vraag was of de bevingen veroorzaakt konden zijn door (oude) mijnbouwactiviteiten.

TNO heeft een aantal mogelijke oorzaken onderzocht waaronder gaswinning uit nabij gelegen gasvelden,  nabijgelegen booractiviteiten voor geothermie, ondiepe oorzaken zoals onttrekking van water en natuurlijke oorzaken. TNO stelt dat geen eenduidige oorzaak voor de bevingen gegeven kan worden. TNO concludeert dat de bevingen waarschijnlijk door een samenloop van omstandigheden worden veroorzaakt.

SodM heeft de studies door een buitenlandse expert wetenschappelijk laten beoordelen. Volgens de buitenlandse expert geeft TNO geen wetenschappelijke onderbouwing voor haar conclusie dat een samenloop van omstandigheden de bevingen heeft veroorzaakt. SodM stelt vast dat met deze studies geen duidelijkheid is verkregen over de oorzaak van de bevingen. Ook is er geen aantoonbare relatie met mijnbouwactiviteiten gevonden.

Wel is vast komen te staan dat het seismische netwerk in Noord Holland ontoereikend was om met voldoende zekerheid de locaties van bevingen te bepalen. Deze grote onzekerheid bemoeilijkt het vaststellen van de oorzaak van de bevingen.  Inmiddels heeft de operator van het Slootdorp gasveld nabij Anna Paulowna een extra seismometer laten plaatsen om deze onzekerheid bij mogelijk toekomstige bevingen sterk te verkleinen.