Jaarlijkse risico-analyse Groningen: minder aardbevingen, meer gebouwen voldoen aan de veiligheidsnorm

Minder kans op aardbevingen en meer gebouwen die aan de veiligheidsnorm voldoen, dat is het resultaat van de afbouw van de gaswinning in Groningen. Volgens de jaarlijkse risico-analyse neemt de kans op een beving in 2019 van 3,6 of hoger af van 14,5% naar 12,5%. Door de afnemende dreiging, neemt ook het aantal gebouwen dat niet aan de veiligheidsnorm voldoet af met 25% – van 7.200 naar 5.500. Deze gebouwen blijven echter wel onderdeel van de versterkingsopgave en zullen nog steeds in aanmerking komen voor een opname en beoordeling.

Lagere gaswinning werkt door in dreiging en risico
Beeld: SodM

Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) benadrukt dat afspraken met bewoners over de versterking nagekomen moeten worden, ook al is de verwachting nu dat een woning aan de veiligheidsnorm voldoet. Enkel een opname kan uitwijzen of een woning daadwerkelijk veilig is en niet versterkt hoeft te worden.

Zo’n drieduizend gebouwen toevoegen aan versterking

De NAM maakt elk jaar een analyse van de risico en dreiging (‘Hazard and Risk Assessment’) van de gevolgen van de gaswinning in Groningen. De modellen achter de risico-analyse zijn onder toezicht van SodM op belangrijke punten verbeterd, onder andere door de toevoeging van informatie over specifieke gebouw-typologieën. Hierdoor zijn er zo’n drieduizend nieuwe gebouwen in beeld gekomen die mogelijk niet aan de veiligheidsnorm voldoen. SodM adviseert de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) om deze gebouwen toe te voegen aan de versterkingsopgave in Groningen. Daarmee komt het totaal aantal gebouwen dat opgenomen moet worden in het kader van de versterking op zo’n 15.000 gebouwen. Het zoveel als mogelijk vergroten van de opname en beoordelingscapaciteit van alle te versterken gebouwen wordt hiermee nog belangrijker. 

Verbeteringen in de gebouwendatabase leiden tot verschuivingen in de risico-beoordeling
Beeld: SodM

Wat betekent dit voor de versterkingsopgave?

De gemeentes hebben lokale versterkingsplannen gemaakt, gebaseerd op het huidige Plan van Aanpak van de NCG. SodM heeft deze plannen beoordeeld uit oogpunt van veiligheid. Alle lokale plannen zijn goed genoeg om mee aan de slag te gaan. De NCG is aan het onderzoeken hoe de beschikbare capaciteit uitgebreid kan worden op basis waarvan de NCG een planning voor de uitvoering van de gehele versterkingsopgave gaat opstellen. SodM adviseert tijdens dat proces de drieduizend gebouwen toe te voegen die volgens de nieuwste HRA ook in aanmerking moeten komen voor versterking. Het is nog onduidelijk om exact welke gebouwen het gaat en of deze gebouwen al onderdeel zijn van het Plan van Aanpak van de NCG. Dit zoekt de NCG nader uit. Naar verwachting zal hier in mei meer duidelijkheid over zijn.

Continue verbetering van het HRA-model

De informatie waar de modellen gebruik van maken, de modellen zelf en de achterliggende wetenschap wordt voortdurend verbeterd door wetenschappers in opdracht van de NAM, SodM, en de wetenschappers via het onafhankelijke Kennisprogramma Effecten Mijnbouw. Desondanks is het model niet gebaseerd op sterke kennis van de aardbevingsrisico’s en werkt bovendien ook met onvolledige informatie omtrent individuele gebouwen in het gebied. Kortom er zitten veel onzekerheden in het model en daarmee ook in de uitkomsten. Om die reden adviseert SodM bij het toepassen van het HRA-model om met een veilige marge te werken.

Inschatting van de risico’s als gevolg van gaswinning door middel van HRA-model

De aardbevingen in Groningen zijn het gevolg van gaswinning. Dit zorgt voor veiligheidsrisico’s voor burgers en schade aan huizen. De NAM heeft de verantwoordelijkheid deze veiligheidsrisico’s zo goed mogelijk te beheersen. Hiervoor heeft het mijnbouwbedrijf een aantal modellen ontwikkeld om de seismische dreiging en risico als gevolg van de gaswinning berekenen. Dit is het HRA-model, waarbij HRA staat voor Hazard and Risk Assessment. SodM heeft het HRA-model gebruikt om te komen tot haar advies van februari 2018 om de gaswinning in Groningen zo snel als mogelijk te verlagen naar 12 miljard Nm3 per jaar. Het HRA-model is ook gebruikt in de adviezen van SodM en de Mijnraad uit juni 2018 om de grootte en de prioritering van de versterkingsoperatie in te schatten. Het HRA-model is niet geschikt om te beoordelen of en hoe een gebouw versterkt moet worden. Het HRA-model is wel geschikt om als instrument voor risico-analyse te gebruiken. Door de uitkomsten van het HRA-model met gezond verstand te combineren met informatie uit de praktijk, zijn gemeentes in hun lokale plannen van aanpak tot een volgorde van de versterkingsopgave gekomen.

Waar is het model verbeterd?

De NAM heeft op 15 maart 2019de HRA van 2019 aan SodM voorgelegd. In deze versie zijn met name belangrijke verbeteringen doorgevoerd aan de zogeheten ‘Exposure database’. Dit is de database met informatie omtrent de typologie van de gebouwen in het gebied. Voor de nieuwe HRA heeft de NAM bouwkundige informatie opgevraagd bij Groningse gemeenten en externe inspecties uitgevoerd bij de vermoedelijk meest kwetsbare gebouwen, zoals boerderij met schuur, om ervoor te zorgen dat zij met een juiste typologie in deze database zitten. Van alle gebouwen met een verhoogd risicoprofiel is inmiddels 98% in kaart gebracht. Voor gebouwen met een licht verhoogd risicoprofiel is dit 75%. In totaal is 30% van alle gebouwen in Groningen met een eenduidige typologie in de ‘Exposure database’ opgenomen. Van de overige 70% wordt de typologie ingeschat, en wordt rekening gehouden met de onzekerheid van de informatie.

Inzicht in gebouwen in de regio verder verbeterd
Beeld: SodM