Wetenschappelijk onderzoek naar het inschatten van seismisch risico bij kleine gasvelden

Kan het risico op aardbevingen bij kleine gasvelden met een geologisch model beter worden ingeschat dan via de huidige statistische methode? Dat was de centrale vraag in wetenschappelijk onderzoek dat het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft laten uitvoeren via het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM).

De wetenschappers concluderen dat het door hen ontwikkelde geologisch model goed in staat is om in te schatten of een klein gasveld gaat beven. Het model kan minder goed inschatten of een gasveld niet gaat beven. Met andere woorden: soms zegt het model dat een gasveld beeft, terwijl dit niet het geval is (geweest).

Waar gaat het onderzoek over?

Bij het winnen van aardgas komt, als gevolg van de drukdaling in de diepe ondergrond, spanning op ondergrondse breuken te staan. Als een breuk kritisch gespannen is, kan dit tot een aardbeving leiden. Om het risico op aardbevingen bij kleine gasvelden in te schatten wordt tot nu toe gebruik gemaakt van een statistische methode. Dit betekent dat het risico op beven wordt ingeschat door de correlatie tussen data over aardbevingen en de eigenschappen van het gasveld. SodM heeft laten onderzoeken of door middel van een geologisch model het risico op aardbevingen in kleine gasvelden beter ingeschat kan worden.

Nog te weing data voor goedwerkend geologisch model

Het risico op aardbevingen wordt voor het Groningen-gasveld reeds ingeschat door gebruik te maken van een geologisch model. Wetenschappers hebben gekeken of het voor kleine gasvelden ook mogelijk is om de kans op aardbevingen in te schatten door gebruik te maken van een dergelijk model. Het model dat de wetenschappers gebouwd hebben, is nog lang niet zo geavanceerd als het geologische model dat gebruikt wordt in Groningen. Dit komt onder andere omdat er minder data is over de typische eigenschappen van elk gasveld en minder data over de aardbevingen. Er worden nu eenmaal veel minder bevingen gemeten bij kleine gasvelden. 

Wat gaat SodM met het onderzoek doen?

Het geologisch model is op dit moment nog niet in staat om het seismisch risico van kleine gasvelden goed in te schatten. Daarvoor is meer informatie over de eigenschappen van elk gasveld nodig en meer data van aardbevingen om het model mee te kalibreren. SodM zal daarom mijnbouwondernemingen vragen meer informatie aan te leveren over de gasvelden waaruit zij produceren. Het aantal meetstations bij kleine gasvelden neemt toe en daarmee ook de data die beschikbaar komt. Deze data kan dan worden gebruikt om het geologisch model mee te kalibreren. Als het toevoegen van meer data over de gasvelden en over de bevingen tot betere inschattingen gaan leiden, dan adviseert SodM het geologisch model te gebruiken voor het inschatten van het seismisch risico van kleine gasvelden. Tot die tijd adviseert SodM gebruik te maken van de huidige statistische methode.

Over KEM

Het onderzoek “Geomechanische analyse als middel voor het beter voorspellen van het optreden van geïnduceerde aardbevingen in kleine gasvelden in Nederland (KEM07)” is via het expertpanel van het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM) uitgevoerd. Aan deelnemers van het expertpanel zijn strenge eisen gesteld qua onafhankelijkheid ten opzichte van de industrie en wat betreft wetenschappelijke reputatie. Kijk voor meer informatie over KEM en de resultaten van het onderzoek op kemprogramma.nl.