SodM adviseert gelijkmatige en nog lagere productie Groningenveld

‘Vermijd fluctuaties in de gaswinning zoveel mogelijk en beperk de komende jaren de productie tot circa 24 miljard Nm3 per jaar.’ Dat is kern van het advies van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) over het ‘Winningsplan Groningen 2016.’

‘Wij denken dat met een nog lagere productie dan nu het geval is, maar vooral door zo gelijkmatig mogelijk te winnen, het veld verder tot rust zal komen. Daarbij verwachten wij dat de dalende trend in aantal en in zwaarte van bevingen, zoals die waarneembaar is vanaf het voorjaar 2015, zich mogelijk zal voortzetten’, aldus Inspecteur-generaal der Mijnen Harry van der Meijden.

Fluctuaties

Het blijkt dat opeenvolgende verminderingen in de gasproductie sinds begin 2014 effectief zijn geweest om het aantal aardbevingen aanzienlijk te reduceren, niet alleen in het gebied rondom Loppersum, maar over het hele Groningenveld. Naast de rol die een substantieel lager productieplafond heeft gespeeld, heeft SodM nu steeds sterkere aanwijzingen dat met name zomer/winter productiewisselingen ook een grote rol spelen bij het ontstaan van aardbevingen.

In haar rapport bevestigt SodM dat dalende gasdruk oorzaak is van aardbevingen. Zij voegt daar nu aan toe dat met name de snelheid waarmee die drukdaling plaatsvindt in het gasvoerende gesteente, naar verwachting een veel grotere rol speelt dan tot nu toe aangenomen. Hoge productie en seizoensfluctuaties zijn de belangrijkste veroorzakers van die snelle drukdaling.

Dit blijkt onder meer uit de nieuwste studies die SodM heeft laten uitvoeren door onder andere TNO, KNMI, TU Delft en het CBS. Daarnaast zijn er buitenlandse deskundigen geraadpleegd.

Instemming met winningsplan onder voorwaarden

Het vermijden van fluctuaties en een productieplafond van circa 24 miljard Nm3 per jaar zijn deel van de voorwaarden die SodM stelt bij haar advies in te stemmen met het winningsplan Groningen.

Mogelijk dat op termijn van een aantal jaren de gaswinning verhoogd zou kunnen worden naar maximaal 27 miljard Nm3 per jaar. De voorwaarden die SodM hieraan stelt zijn dat NAM een adequaat en praktisch werkend meet- en regelprotocol implementeert dat een risicogerichte, regionale productieverdeling mogelijk maakt.

Bovendien moet worden aangetoond dat het aantal bevingen per jaar in de nieuwe situatie (zonder grote fluctuaties) verder afneemt ten opzichte van 2016.

Tijdelijk alarmeringssysteem

Zolang er niet zo’n meet- en regelprotocol is, adviseert SodM een alarmeringssysteem te hanteren om zo nodig in te kunnen grijpen mocht seismiciteit daar aanleiding toe geven. Dit houdt in dat er een alarmering wordt ingesteld, op basis van de gemeten aardbevingsdichtheid (aantal aardbevingen per km2 per jaar) en de maximale grondversnelling (de beweging van de grond na een aardbeving). Ieder halfjaar, of bij overschrijding van de alarmwaarden, dient NAM een rapport met analyses van de ontwikkelingen van de bevingen en voorgestelde oplossingen aan te leveren. SodM kan zo nodig op basis daarvan besluiten de minister te adviseren maatregelen te nemen.

Rol SodM

SodM is zich bewust van het feit dat het in het dossier rondom de gaswinning in Groningen om veel meer dan alleen technische aspecten gaat. In haar rol als toezichthouder en adviseur focust SodM zich echter op het beperken van veiligheidsrisico’s en het zoveel mogelijk voorkomen van schade.