Brief aan NAM over toetsing maximale magnitude van het Groningen-gasveld

Nieuwe wetenschappelijke inzichten hebben ertoe geleid dat de kans op echt zware aardbevingen in het Groningen-gasveld iets lager wordt ingeschat. Tot dit inzicht kwamen internationale topexperts op basis van een wetenschappelijke conferentie die de NAM onder toezicht van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft georganiseerd. De zwaarst mogelijke beving die in het Groningen-gasveld zou kunnen optreden ligt volgens de experts ergens tussen de 4,0 en 6,5 op de schaal van Richter, waarbij de meest waarschijnlijke waarde wordt geschat op een magnitude van 4,6. In 2016 liep de bandbreedte nog van 4,0 tot 7,2 op de schaal van Richter met de inschatting dat 5,0 de meest waarschijnlijke waarde was. SodM onderschrijft de uitkomsten van deze conferentie. Het rapport en alle gebruikte wetenschappelijke onderzoeken zijn terug te vinden op de website van de NAM.

De inschatting van de zwaarst mogelijke beving wordt gebruikt voor de risicoberekeningen van TNO in opdracht van de staatssecretaris van EZK over de aardgaswinning in Groningen, alsmede voor het vaststellen van de (mate van) versterking van een gebouw (NPR en typologie-aanpak). Nu moet bekeken worden welke gevolgen deze nieuwe bevindingen hebben voor de versterkingsopgave. Uitgangspunt is dat gedane toezeggingen aan bewoners worden nagekomen. In het belang van een snelle uitvoering van de versterkingsopgave heeft SodM eerder aangegeven alleen significante nieuwe inzichten op te nemen in de NPR en typologieaanpak, zodat de beoordelingswijze zoals gebruikt in de opgave zo veel als mogelijk en verstandig is stabiel kan worden gehouden. Het is nog maar de vraag of deze kleine verschuiving in de inschatting van de zwaarst mogelijke beving een significant nieuw inzicht is.