SodM inspecteert reparatie-werkzaamheden van leiding Schoonebeek naar Twente

De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) heeft voor de reparatie van de productiewater-transportleiding van Schoonebeek naar Twente gekozen voor de zogenaamde pijp-in-pijp methode. Hierbij fungeert de oude leiding alleen nog als mantelbuis en komt daarmee niet meer in aanraking met het productiewater. Voor ingebruikname van de gerepareerde pijpleiding is instemming van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) nodig. SodM zal tevens, waar aan de orde en op haar eigen initiatief, inspecties uitvoeren tijden de voorgenomen reparatie.

Dat stelt SodM als reactie op de bekendmaking van NAM dat zij een nieuwe kunststof transportleiding in de bestaande leiding gaan inbrengen.

,,Een positieve beoordeling van de leiding door een onafhankelijke deskundige is de wettelijke vereiste om instemming te kunnen verkrijgen”, zegt Inspecteur-generaal der Mijnen, Harry van der Meijden ,,Maar daar laten we het niet bij. We gaan ook zelf tijdens de reparaties inspecties uitvoeren. Dat is om iedereen scherp te houden en er op toe te zien dat de reparaties in overeenstemming met wet- en regelgeving worden uitgevoerd.”

In de productiewaterleiding van Schoonebeek naar Twente was half april bij Holtheme in de gemeente Hardenberg een lek geconstateerd. Dit heeft tot een grondverontreiniging op een weiland geleid over een lengte van 80 meter langs de leiding. NAM besloot in juni de leiding definitief buiten gebruik te stellen omdat uit resultaten van onderzoek bleek dat de leiding op veel meer plekken was aangetast.

Voor het opnieuw in gebruik nemen van de leiding door NAM is eerst instemming van SodM nodig. SodM zal vaststellen of de leiding aan alle veiligheidseisen voldoet. Daarvoor moet een onafhankelijke deskundige bepalen dat de leiding weer in overeenstemming is met alle wettelijke vastgelegde veiligheidsnormen (NEN 3650 en API-norm 17J). Deze onafhankelijke deskundige zal de kwaliteit beoordelen van bijvoorbeeld de ontwerpen en van sterkteberekeningen. SodM kan daarnaast, als voorwaarde voor instemming met ingebruikname, tevens aanvullende veiligheidsmaatregelen van NAM eisen.