Waterinjectie: injecteren van productiewater

Op zee en op land komt bij de winning van aardolie water uit de diepe ondergrond mee naar de oppervlakte. In mindere mate gebeurt dit ook bij de winning van aardgas. Dit water heet productiewater. De olie en het gas worden boven de grond van het water gescheiden. Meestal gaat dat water weer terug in de diepe ondergrond.

Terug de diepe ondergrond in of in de zee

Op land wordt het productiewater sinds de jaren '70 via een zogenaamde injectieput weer teruggebracht naar waar het vandaan kwam: naar dezelfde of een vergelijkbare laag in de diepe ondergrond. De bovenliggende laag die voor miljoenen jaren de olie of het gas afdekte, houdt nu het productiewater op zijn plek. Op zee wordt productiewater van olie gereinigd en in zee geloosd. Of het productiewater wordt, net als op land, in een gas- of oliereservoir geïnjecteerd.

De samenstelling van het productiewater

Ter bescherming van de putten en buisleidingen worden tijdens de productie zeer kleine hoeveelheden stoffen toegevoegd aan het water onder andere om corrosie (aantasting van de leidingen door roest) tegen te gaan. Ook kunnen er stoffen uit het gasbehandelingsproces in het productiewater achterblijven (veelal gaat het dan om glycol of methanol).

Veilig voor mens en milieu

Het terugbrengen van productiewater in de diepe ondergrond is aan regels gebonden om mens en milieu te beschermen. Dit wordt iedere zes jaar door de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) geëvalueerd. Uit de meest recente evaluatie blijkt dat dit op dit moment de meest geschikte manier is om het productiewater te verwerken. Dat blijkt uit enkele milieu effect rapportages die vooraf zijn uitgevoerd bij waterinjectieprojecten, zoals die voor Schoonebeek. In zo’n rapportage staat welke effecten een activiteit (zoals oliewinning of waterinjectie) heeft op het milieu. In 2021 wordt opnieuw getoetst of waterinjectie nog steeds de meest geschikte verwerkingsmethode is. De minister van EZK bepaalt dan, na een brede adviesronde met onder andere de provincie, zijn standpunt.

Ondergrondse risico's

In Nederland wordt vooral in lege velden productiewater geïnjecteerd. Deze hebben een bovenliggende aardlaag die de olie of het aardgas voor miljoenen jaren heeft afgesloten. Dezelfde laag zal voorkomen dat het water zich uit het reservoir naar bovenliggende lagen kan verspreiden. Er wordt niet méér water in een leeg gas- of olieveld gepompt dan er destijds aan olie of gas in zat. Daardoor blijft de druk zo veel mogelijk hetzelfde en blijft de afsluitende aardlaag boven het reservoir heel. Als er tijdens de gasproductie geen bevingen zijn geweest, dan is de kans dat tijdens het vullen van het reservoir met water een beving ontstaat ook vrijwel nihil. Er wordt daarom voornamelijk in velden water teruggebracht waarvan bekend is dat hier tijdens de productie geen bevingen zijn opgetreden. De risico's worden altijd zorgvuldig beoordeeld waarbij rekening wordt gehouden met de afstand tot een eventuele breuk, de injectiedruk en de hoeveelheid productiewater.

Systeemtoezicht en veldinspecties

Mijnbouwondernemingen moeten de staat van waterinjectieputten en de transportleidingen van productiewater goed in de gaten houden. Ze moeten daarvoor een ‘integriteit management systeem’ maken en volgen voor hun putten en leidingen. SodM houdt toezicht op dat systeem. Of een put veilig functioneert, is eenvoudig vast te stellen. De put heeft een binnenbuis en een buitenbuis. Daarvan wordt de wanddikte van de binnenbuis periodiek gemeten om tijdig tot reparatie over te kunnen gaan. Tevens wordt de druk tussen de twee buizen continu gecontroleerd. Verandert de druk tussen die twee buizen, dan duidt dit op een gaatje in de binnenbuis en moet de injectie direct stilgelegd worden. Er is dan nog geen sprake van lekkage van de put omdat er nog een tweede buis omheen zit. Door steeds de druk te blijven meten, kunnen zwakke plekken in de verbuizing direct worden opgespoord en gerepareerd. Zo wordt verontreiniging aan de buitenkant van de put voorkomen.

Bij een incident net over de Nederlandse grens in Emlichheim (Duitsland) is dit meten van de druk tussen de twee buizen niet goed gedaan en daardoor is de lekkage voor langere tijd onopgemerkt gebleven. De put in Emlichheim betreft een met plastic gecoate binnenbuis, waar onder de coating ernstige corrosie kan optreden als deze coating beschadigd is. In Nederland worden dit soort buizen niet gebruikt. 

Inspecties productiewater

Mijnbouwondernemingen analyseren het productiewater, maar in de regel verandert de samenstelling van het geproduceerde water niet veel. SodM houdt ook via eigen inspecties op locatie toezicht. Daarbij controleren de inspecteurs bijvoorbeeld of alleen het vergunde productiewater wordt geïnjecteerd. De afgelopen jaren hebben de inspecteurs daarbij geen oneigenlijke praktijken waargenomen.