SodM: Maak één partij eindverantwoordelijk voor schade-afhandeling en versterking in Groningen

Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) onderschrijft het belang van eenduidige eindverantwoordelijkheid en sturing van de schade-afhandeling en versterkingsopgave zoals de Groninger Bodem Beweging en het Gasberaad aangeven voor de Tijdelijke Wet Groningen.  

Zoals SodM constateerde in haar voortgangsrapportage over de versterking is één eindverantwoordelijke partij een noodzakelijke stap om tot de vereiste snelheid te komen en om de bewoner daadwerkelijk centraal te stellen. De toezichthouder geeft hiertoe drie redenen:

  • Er is een kleine maar significante groep bewoners bij wie schade en versterking niet los van elkaar kan worden gezien. Door meervoudige schades als gevolg van aardbevingen is de constructieve sterkte dermate aangetast dat hun huis onveilig is geworden.
  • Een grotere groep bewoners is sterk gebaat bij een gecoördineerde aanpak voor afhandeling van schade aan, en versterking van hun huis. Eén aanspreekpunt en een integrale aanpak zorgt voor minder rompslomp voor de bewoner.
  • Tot slot is het van belang dat de lessen die geleerd worden in het versterkingsproces toegepast worden in de schade-afhandeling en vice versa. De relatie tussen schade en versterking wordt pas goed inzichtelijk door de dossiers in samenhang te analyseren en aan te pakken. Dat gebeurt nu niet voldoende.

Hoewel het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) en de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) beogen de bewoner centraal te zetten, worden zij hierin beperkt door hun opdracht en bevoegdheden. Om de bewoner centraal te zetten, is noodzakelijk om één partij eindverantwoordelijk te maken voor schadeafhandeling en versterking en dit in de wet vast te leggen, aldus SodM.