Versterking Groningse huizen moet drie keer zo snel

Het afgelopen jaar is het tempo van opnemen en beoordelen op veiligheid van huizen in Groningen omhoog gegaan. Het doel om alle huizen in de versterkingsopgave eind 2023 opgenomen en beoordeeld te hebben, is daarmee haalbaar. Dat is belangrijk omdat bewoners na een beoordeling niet meer in onzekerheid leven over de (on)veiligheid van hun woning. Echter, het aantal huizen dat na beoordeling niet op norm blijkt en versterkt moet worden, hoopt zich op. Het huidige tempo is nog steeds ruimschoots onvoldoende om in 2028 de gehele versterkingsopgave afgerond te hebben. Om deze doelstelling te behalen, moet het tempo waarmee huizen worden versterkt met een factor 3 omhoog.

Na een verbetering in 2020 neemt de gezondheid van Groningers met (meervoudige) mijnbouwschade aan hun huis duidelijk af in 2021, volgens onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Bewoners wier huizen versterkt worden, lopen meer risico: ze hebben een slechtere gezondheid en voelen zich minder veilig dan degenen die niet met versterking te maken hebben. Volgens een schatting van de RUG komen jaarlijks gemiddeld 16 mensen vroegtijdig te overlijden als gevolg van de langdurige stress in het aardbevingsgebied. Dit alles is terug te lezen in de jaarlijkse voortgangsrapportage van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) over de veiligheid in Groningen als gevolg van de gaswinning. SodM heeft de voortgang van de versterking onderzocht over de periode van april 2021 tot april 2022. 

“Er voltrekt zich een onzichtbare crisis in Groningen. Het is daarom makkelijk om de onveiligheid in Groningen te onderschatten. De stress, ellende en gezondheidsproblemen bevinden zich achter de voordeur. Dodelijke slachtoffers als gevolg van een zware aardbeving zijn gelukkig nog niet voorgekomen, maar de kans daarop is nog steeds te hoog. Het is dus zowel voor veiligheid van huizen als voor de gezondheid van de bewoners noodzakelijk het tempo van de versterking fors op te voeren”, aldus Theodor Kockelkoren, inspecteur-generaal der Mijnen.   

Tempo versterking moet verdrievoudigen

In totaal zijn sinds de start van de versterkingsoperatie zo’n 2.500 adressen versterkt dan wel herbouwd, waarvan ongeveer 650 in 2021. Ofschoon het precieze aantal te versterken huizen pas bekend is als alle huizen in de versterkingsopgave zijn opgenomen en beoordeeld, verwacht de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) dat dit ruwweg 13.000 adressen zijn. Om de versterking in 2028 te kunnen afronden, moet de NCG van het aantal versterkte adressen per jaar verdrievoudigen.  

Na herbeoordeling bij 3 op de 5 huizen nog versterking nodig

Van de huizen die al zijn beoordeeld maar nog niet zijn versterkt, is een groot deel beoordeeld op basis van eerdere versies van de Nederlandse Praktijkrichtlijn (NPR) voor aardbevingsbestendig bouwen. In deze oudere versies van de NPR werd nog rekening gehouden met een veel hoger niveau van gaswinning en werd de stevigheid van de constructie van gebouwen in Groningen onderschat. Sinds afgelopen jaar kunnen bewoners wier huis met een verouderde versie van NPR beoordeeld is, om een herbeoordeling vragen. Van de 134 adressen die intussen herbeoordeeld zijn, waren er 52 direct op norm en hoefden niet meer versterkt te worden.

SodM positief over aangekondigde crisisaanpak

Om de versterkingsopgave te versnellen, heeft staatssecretaris Mijnbouw in mei een crisisaanpak aangekondigd. De staatssecretaris wil deze aanpak om te beginnen bij een viertal dorpen hanteren om vervolgens te bezien hoe de versterkingsoperatie als geheel fors versneld kan worden. SodM ziet in de plannen van de staatsecretaris een aantal elementen terug van de eerder door SodM geadviseerde crisisaanpak. Zo is de aanpak erop gericht dat de bewoner centraal staat. Met deze dorpenaanpak ontstaat bovendien éénduidige sturing daar waar dat nodig is, doordat de ‘verbinder met mandaat’ problemen kan oplossen en rechtstreeks onder de verantwoordelijkheid van de staatssecretaris werkt. SodM oordeelt positief over de koerswijziging die de staatssecretaris met deze pilot inzet. De praktijk zal moeten uitwijzen of deze aanpak in voldoende mate effectief is in het proactief oplossen van discussies en knelpunten voordat er vertraging optreedt.