Afwijzing handhavingsverzoek waterinjectie Twente (NAM)

Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft een verzoek om handhavend op te treden tegen de NAM afgewezen. Stichting Stop Afvalwater Twente is van mening dat er een aantal redenen zijn waarom de waterinjectie in Twente direct zou moeten worden gestopt. Dit zijn de hoeveelheid bodemdaling, de maatregelen van de NAM na een scheur in een buitenbuis, methaanlekkage uit één van de injectieputten en de concentratie koolstofdioxide in het productiewater. Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft deze redenen stuk voor stuk beoordeeld, en concludeert dat er geen grond is om de injectie per direct stil te leggen. De waterinjectie-activiteiten van de NAM in Twente staan nog steeds onder verscherpt toezicht van SodM.

Bodemdaling

Allereerst meent de Stichting dat er meer bodemdaling plaatsvindt, dan zou zijn toegestaan. De Stichting verwijst hierbij naar de bodemdalingskaart.nl. Deze kaart toont de totale bodemdaling die in het gebied is opgetreden, dus niet alleen ten gevolge van mijnbouwactiviteiten, maar ook als gevolg van grondwaterwinning, veenoxidatie en andere fysische oorzaken. Eventuele bodemdaling in het gebied rondom de voormalige gaswinning in Twente wordt periodiek gemeten door de NAM via een dekkend net van meetpunten. SodM controleert of de metingen zorgvuldig zijn uitgevoerd. Uit deze meetgegevens blijkt dat de bodemdaling als gevolg van de waterinjectie niet meer is dan verwacht. SodM ziet dan ook geen reden tot handhaving.

Maatregelen na scheur in buitenbuis

De Stichting stelt verder in het handhavingsverzoek dat de NAM de Wet milieubeheer heeft overtreden doordat de buitenbuis van één van de injectieputten is gescheurd. SodM heeft geen aanwijzingen dat er productiewater is gelekt als gevolg van dit incident. Er heeft geen milieuschade plaatsgevonden, en daarmee is er ook geen sprake is van een overtreding van de Wet milieubeheer.

Verder stelt de Stichting dat de NAM onvoldoende maatregelen heeft genomen naar aanleiding van dit incident. De Stichting stelt dat de NAM:

  • onvoldoende onderzoek heeft gedaan om de oorzaak van de scheur te achterhalen;
  • moet aangeven welke maatregelen er genomen worden om herhaling bij andere putten te voorkomen;
  • de integriteit van de overige injectieputten moet nagaan en daartoe metingen moet  uitvoeren;
  • regelmatiger de putten moet controleren.

Dit zijn punten waarop SodM reeds heeft ingegrepen. SodM heeft de NAM opgedragen aanvullend onderzoek te doen naar de oorzaak van de scheur, uit voorzorg de injectie in één van de injectieputten stil te leggen, aanvullende metingen te verrichten naar de integriteit van de overige injectieputten en de frequentie van putcontroles te verhogen. Daarmee neemt de NAM al de maatregelen waar de Stichting om vraagt in haar handhavingsverzoek. Daarbovenop staan de waterinjectie-activiteiten van de NAM in Twente onder verscherpt toezicht van SodM.

Methaanlekkage

De Stichting stelt dat er methaan lekt uit één van de injectieputten, dat de oorzaak van de lekkage niet is onderzocht en dat er geen maatregelen worden genomen om milieuschade te voorkomen. Er is inderdaad sprake van een lekkage van een minieme hoeveelheid methaan bij één van de injectieputten. Deze lekkage is sinds 1977 bij SodM bekend. De samenstelling van dit gas is zowel in 1977 als in 2015  onderzocht en niet afkomstig uit het oorspronkelijke gasreservoir. De lekkage wordt periodiek in de gaten gehouden. Uit deze metingen blijkt dat de lekkage beperkt is en afneemt. De lekkage wordt geschat op ca 40 liter methaan per dag. Ter vergelijking: één koe produceert ongeveer 450 liter methaan per dag. Hoewel methaan een brandbaar gas is en een sterk broeikasgas, vormt de geschatte hoeveelheid geen gevaar. De hoeveelheid is ook te gering om te kunnen spreken van nadelige gevolgen voor het milieu. Wanneer de put uiteindelijk gesloten wordt, zal SodM erop toezien dat de lekkage voor zover deze nog aanwezig is, definitief gestopt wordt. Voor SodM is er nu geen reden om handhavend op te treden.

Concentratie koolstofdioxide

De Stichting stelt dat de NAM de concentratie koolstofdioxide in het productiewater te hoog is. SodM heeft geconstateerd dat de maximale toegestane hoeveelheid koolstofdioxide in het productiewater in het verleden is overschreden. Dit is echter op dit moment niet het geval. Bij de laatste controle voldeed de hoeveelheid koolstofdioxide aan de norm. Bovendien ligt de waterinjectie op dit moment stil om eerdere voorgekomen overschrijdingen van concentraties stoffen in de toekomst te voorkomen. Daarom is herhaling niet te verwachten en is handhaving op dit punt niet aan de orde. 

Achtergrondinformatie over de waterinjectie in Twente

De injectie van productiewater in Twente ligt op dit moment stil omdat het water een hoger gehalte tolueen bevat dan volgens de vergunning is toegestaan. SodM zal erop toezien dat het productiewater voldoet aan de vergunde waarden, als de oliewinning weer wordt hervat. Eén van de injectieputten blijft uit voorzorg gesloten (ROW-7) totdat de NAM aanvullend onderzoek heeft gedaan naar de oorzaak van de scheur in de nabijgelegen buitenbuis en met aanvullende metingen de integriteit van de put heeft aangetoond. Voor meer informatie over waterinjectie in Twente en het toezicht erop, verwijst SodM naar haar website waar al deze informatie publiekelijk te vinden is: Injectie van productiewater in Twente | Waterinjectie: injecteren van productiewater | Staatstoezicht op de Mijnen (sodm.nl)